Nieuws uit de parochie

God ervaren
ma 18 januari '21

Vorige week hadden we het over het overrompelend fenomeen dat religieuze ervaring genoemd wordt. Overrompelend en ook intens gelukkig makend, als dat typisch religieus gevoel van verbonden-zijn met al wat ons omringt ook doortrokken is van het besef dat wij gedragen en gekoesterd worden door een God die van ons houdt en die ons nooit laat vallen, wat er ook gebeurt.
Belangrijk is het, te zien dat het hier gaat om een Hoogmis in iemands godsdienstige beleving, een uniek moment, dat je leven helemaal verandert.
Het is wat Paulus heeft ervaren op de weg naar Damascus, en Franciscus bij zijn ontmoeting met de melaatse.

Dansen
Bovendien wordt het ons geschonken, het is een geschenk.
We moeten het dus niet krampachtig willen zoeken (omwille van de sensatie).
Anderzijds is het wel zo dat we nood hebben aan het regelmatig ervaren van God in ons leven.
En dat kan alleen als wij ook voldoende contact met Hem zoeken in het gebed.
Het is immers belangrijk dat wij af en toe beseffen: hier was Hij, hier heeft Hij mij echt erdoor gesleurd, ik weet dat Hij mij draagt. Kostbare ervaringen zijn dat.
Ze maken het verschil tussen het aannemen van een aantal voortreffelijke, morele leefregels en houdingen en het echt beleven van Gods aanwezigheid in je leven. Het verschil tussen enerzijds een geloof dat bijna helemaal herleid is tot moraal (wat niet echt blij maakt) en anderzijds een geloof dat van je leven een dansen-in-Gods-aanwezigheid maakt en dat je leven, wat er ook gebeurt, toch altijd ook een ondertoon van zin en levensvervulling geeft.

Waakzaam
En daarom is het zo belangrijk dat wij als gelovigen in het Westen terug een gebedscultuur ontwikkelen. We moeten daar niet flauw over doen: we zijn dat kwijt.
Wij moeten niet op zoek gaan naar sensationele ervaringen, maar het is wel belangrijk voor ons dat wij God aanwezig weten in ons leven. En daarom moeten we op zoek gaan naar tekens die op die aanwezigheid wijzen.
In de Bijbel worden wij voortdurend aangemaand om waakzaam te zijn. Om te ontdekken hoe Hij aanwezig is in ons leven.
God heeft ons immers niet als robotten gewild, maar als vrije mensen.
Hij heeft gewild dat wij vrij voor Hem kunnen kiezen, vrij in Hem kunnen geloven. En dat houdt dus ook in dat wij er vrij kunnen voor kiezen om Hem volkomen te negeren. Om te doen of Hij er gewoon niet is.
Dat maakt dus ook dat, wanneer zijn vinger zich laat zien in ons leven, dat nooit op een absoluut dwingende manier gebeurt.
Wanneer Hij ons gebed verhoort, wanneer Hij in situaties van angst en beklemming een deur opengooit en uitzicht en toekomst brengt; wanneer Hij in de meest verstikkende duisternis licht laat binnenstromen, dan zijn wij, net zoals Mozes bij de brandende braamstruik, diep onder de indruk van Zijn aanwezigheid. Soms echter alleen maar even.
Want een sluitend “bewijs” krijgen we nooit. Juist omdat dit onze vrijheid de nek zou omwringen en ons zou verplichten om te geloven.
En daarom moeten we altijd waakzaam blijven, uitkijkend naar elk teken dat van Hem zou kunnen komen. Omdat die tekens nooit echt dwingend zijn.
Je kan ze altijd “rationaliseren”, uitleggen, weg kwebbelen. . .

Vertrouwen
Daar is bovendien nog een bijkomende moeilijkheid.
Hoe meer wij groeien op het gebied van gebed en geestelijk leven, hoe meer we gaan beseffen dat als wij aan God iets vragen voor onszelf, onze vraag iets moet te maken hebben met die geestelijke groei.
En, via die geestelijke groei, met levensvervulling en gelukkig zijn.
Als die geestelijke groei gediend is met een herstelde lichamelijke gezondheid of zelfs met een financiële meevaller, dan zal God het ons geven.
Maar wij moeten onze vragen niet al te concreet formuleren. Een oud christelijk adagium zegt dat God, beter dan wijzelf, weet wat goed voor ons is.
Als je in de knoei zit, leg dan je angst of je verdriet aan Hem voor.
Maar probeer God niet te dicteren wat Hij allemaal moet doen, hoe Hij je moet helpen. Vertrouw op Hem en laat Hij je verrassen. Zijn naam is: Ik zal er zijn.
En dát mogen we gerust letterlijk nemen. Hij is er. En Hij helpt ons. Maar zelden op de manier die wij hadden gehoopt of verwacht.
Pas als je je eigen heel concrete verwachtingen durft loslaten, gaat een mogelijke teleurstelling plaatsmaken voor een warm gevoel vanbinnen.
Want je ervaart: Hij is er wel degelijk en Hij heeft me geholpen, veel beter dan ikzelf had durven dromen.

Religieuze ervaring
ma 11 januari '21

Ik schrijf dit stukje op nieuwjaarsdag, het feest van de Moeder Gods.
Die titel “Moeder van God” kreeg Maria in het jaar 431 op het concilie van Efeze.
“Kreeg” is zachtjes uitgedrukt, want de menigte die de vergaderende concilievaders buiten het gebouw opwachtte was gewapend met knuppels. Hiermee subtiel aangevend dat een juiste beslissing erg op prijs zou worden gesteld. En indachtig het gezegde: ‘Vox Populi, Vox Dei’. . .
Nochtans ging het hier niet om een of ander anekdotisch gebeuren, maar over iets dat behoort tot de kern van het christendom en over het volstrekt unieke van dat geloof. Het gaat over iets dat behoort tot het begrip “Menswording”.
Over het geloof dat God zich helemaal heeft laten kennen in een mens.

Franciscus
Je kan dit echter ook “omkeren”.
Sinds God mens geworden is, is onze menselijkheid voorgoed met Hem verbonden.
Er is geen God meer zonder de mens. Paus Franciscus zegt het zo: “Het vlees dat Jezus van zijn moeder heeft genomen is nu ook het zijne en blijft het voor altijd. In zijn Moeder heeft God zich kleingemaakt, is Hij materie geworden, niet alleen om met ons te zijn, maar vooral om zoals wij te zijn. Wij zijn nooit meer alleen. Onze eenzaamheid is overwonnen”.
Deze gedachte is zo verbijsterend dat ze van meet af aan en gedurende heel de kerkgeschiedenis bestreden is, al van in Efeze.
Vandaag vind je de afwijzing ervan enigszins vermomd terug in het gebruik van de naam “Jezus van Nazareth”. Maar, Jezus Christus is voor christenen niet zo iemand als Lowieke Van Thienen of Cyriel Van Goetsenhoven. Jezus is ook geen groot man, of een profeet of een uitzonderlijk leraar. Jezus is God zelf, in de gestalte van een mens van vlees en bloed. Dit is wat het christelijk geloof zegt. En dát is ook wat voortdurend bestreden wordt. Niet het feit dat God zou bestaan, maar de gedachte dat Hij zou mens geworden zijn is wat sommigen zo ergert en afstoot.
En toch is het de kern van ons geloof. Wie het verwerpt, verwerpt het evangelie.

Gebed
Is die menswording dan een logische en gemakkelijk te begrijpen opvatting?
Helemaal niet. Ik begrijp er althans niets van. Toch niet met mijn verstand.
Het is iets dat je alleen maar duidelijk wordt in het gebed, in de intieme omgang met God.
Zoals alle grote mysteries van het geloof, gaan ze niet in tegen je verstand, maar je gaat ze alleen maar begrijpen, ze gaan alleen tot leven komen, in het gebed.
Alleen in het biddend contact met God gaan de diepste dingen van het geloof je duidelijk worden. En je ook diep gelukkig maken.
En ook daarom is bidden en meditatie zo belangrijk: het geeft je een diepere kijk op de dingen. En het speelt dus ook een grote rol op het gebied van levensvervulling en gelukkig-zijn. Theologische inzichten kunnen je blij maken en het volgen van morele regels kan je zeker een diepe voldoening geven. Maar gelukkig word je pas, diep gelukkig, als je helemaal doordrongen geraakt van dat diepreligieuze besef van verbondenheid en gedragen worden. Een besef dat je, soms heel onverwacht, als een geschenk in de schoot valt. Maar dat meestal het gevolg is van (volgehouden) gebed.

Diepe verbondenheid
Ik heb het nu over momenten van je intens verbonden weten met God, met heel de kosmos, maar ook met elke mens, met elk dier en zelfs met elke grasspriet. Het diepreligieuze besef: wij horen bij elkaar, wij zijn van dezelfde “soort”.
Hoever staan we hier toch af van het stijf, rationeel bevestigen van het geloof in Gods bestaan. Er is zo oneindig veel meer. Dit gaat over het helemaal doordrongen worden van het besef dat God intens met mij verbonden is.
En dat ik, in Hem, intens verbonden ben met alles wat bestaat.
Het spreekt vanzelf dat je niet elke dag zo’n diepe religieuze ervaringen hebt.
En zeker ook niet altijd even intens. En ik kan me best sterke christenen, zelfs heiligen, voorstellen die zelden zo’n ervaringen hebben. Soms denk ik zelfs dat het hulpmiddelen, geschenken zijn voor hen die ze het meest nodig hebben.

Heilzaam
Maar het is goed dat we deze momenten koesteren. Want ze zijn oneindig belangrijk en heilzaam. Ze brengen ons immers spontaan en zonder grote argumenten tot een levenshouding waarbij we op de meest vanzelfsprekende manier goed willen zijn voor mensen en dieren, voor de aarde, voor de hele kosmos. Omdat we ons ten diepste verbonden voelen met heel de ons omringende werkelijkheid.
Bovendien gaan die diepe ervaringen van gedragen worden door een liefdevolle God en de sterke verbondenheid met alles om ons heen, ons ook gelukkig maken.
Echt religieuze mensen moeten wel gelukkig zijn, zei Georges Brassens, “car, la religion, c’est une question d’amour”. En wie zich bemind weet, is gelukkig.

Over Christenen en politiek
ma 04 januari '21

Zondag 3 januari 2021
Daar onze kerken op dit moment opnieuw gesloten zijn omwille van de coronapandemie zijn er geen eucharistievieringen. En geen eucharistievieringen betekent geen homilie, wel regelmatig deze korte overdenkingen.

Tot zo’n goeie 70 jaar geleden heeft er een soort onofficiële competitie bestaan rond de vraag welk internationaal bedrijf het best, het meest efficiënt georganiseerd was in heel de wereld. En eigenlijk ging de strijd vooral tussen de twee koplopers, al de anderen kwamen daar ver achter. En die twee eeuwige rivalen voor de titel, waren de Duitse spoorwegen en de Katholieke Kerk.
Dat moet ons niet verbazen. De Katholieke Kerk is op gebied van recht en organisatie, van structuur en bestuur de voortzetting van het Romeinse Rijk na de val van Rome. Sterker nog, tijdens de donkere eeuwen die volgden op de invallen van de Barbaren, was het de Kerk die in haar abdijen en instellingen het kwijnende licht van de beschaving zo goed mogelijk bewaarde en doorgaf.
Dat lijkt allemaal mooi, maar die situatie had ook een donkere kant.
Doordat de Kerk in die tijd het intellectuele dak van de wereld was, werd voortdurend op haar beroep gedaan door de wereldlijke gezagsdragers, die vooral bedreven waren in oorlogsvoering. Maar die voor de rest de rechtspraak, het onderwijs en zelfs vele deelaspecten van het landsbestuur maar al te graag overlieten aan bisschoppen en prelaten.
Het gevolg daarvan was dat de Kerk deels ongewild, deels gewild, een enorme macht verkreeg. Ze had de Romeinse vervolgingen overleefd en ze was duidelijk van plan dit nooit meer toe te laten. Een herkenbaar gegeven, ook in onze tijd: stromingen die hevig onderdrukt werden, gaan als de vervolgingen ophouden, zelf macht opbouwen om een herhaling te voorkomen.
Op die manier worden de onderdrukten van gisteren vaak de onderdrukkers van morgen.

Monsters
Onthutsend en beangstigend daarbij, is vooral dat het vaak gaat om mensen die begonnen als idealisten en hun volk echt wilden bevrijden.
Zoals de communisten in Rusland, die het aanvankelijk echt goed voorhadden met de kleine man, maar die uiteindelijk miljoenen, gewone mensen, ombrachten in concentratiekampen.
En toen Robespierre, die tijdens de Franse Revolutie de terreur op de spits dreef, aan het begin van zijn carrière stond, merkte iemand op: “Robespierre is deugdzaam (vertueux), hij zal verschrikkelijk worden”.
En dat is beangstigend, griezelig zelfs. Te weten dat deugdzame en idealistische mensen kunnen evolueren tot monsters, eens dat ze veel macht in handen hebben.

Scheiding
De overweging alleen al zou ons als Kerk moeten behoeden voor het streven naar welke vorm van macht ook. Maar er is meer. Jezus zelf zegt: “Geef aan de keizer wat de keizer toekomt en aan God wat aan God toekomt”. Hij maakt hiermee een duidelijk onderscheid tussen die twee domeinen, geloof en politiek. Je zou het zelfs kunnen zien als het allereerste pleidooi voor de scheiding tussen Kerk en Staat.
Maar veel van Jezus’ volgelingen hebben dat, in de loop van de geschiedenis niet zo begrepen. D.w.z., zijn echte volgelingen natuurlijk wel. Maar er zijn er ook anderen. Als je als instituut macht en aanzien verwerft, dan oefen je immers een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op allerlei types die erbij willen komen, niet omwille van de ideeën, maar omwille van de macht die ze op die manier hopen te verwerven.
De Richelieus en de Borgias van deze wereld waren zo’n mensen.
Jezus gebruikt (in een heel andere context, waar Hij het heeft op het herkennen van “de tekenen des tijds”) een beeld dat je ook perfect kan toepassen op het gegeven waar we het vandaag over hebben.
In al zijn soms onthutsende directheid zegt Hij: “Waar het lijk ligt, verzamelen zich de gieren”. Zo simpel is dat.
Als je als Kerk te rijk en te machtig wordt, kan je onmogelijk verhinderen dat allerlei ongure typetjes zich in je schoot komen nestelen. Niet omdat ze zo van Jezus houden, maar omdat ze uit zijn op macht en aanzien. Of gewoon op geld en rijkdom. “Ze preken kruis maar ze bedoelen munt”, zei een Nederlands cabaretier indertijd. En de Franse historicus Henri Guillemin noemde hen: “Les athées de nuance catholique”.

Sociaal
Wil dat dan zeggen dat wij alleen nog stilletjes in een hoekje mogen zitten bidden en—liefst onopvallend—mensen helpen en “Goede Werken” verrichten? Natuurlijk niet.
Het christendom is geen verzameling van private devoties. Het heeft een wezenlijk sociale dimensie. Wij willen, net zoals als andere groepen, invloed hebben op het maatschappelijk gebeuren. Wij willen net als andere groepen onze opvattingen en verlangens kenbaar maken bij het Beleid. Maar wij willen nooit nog zelf dat Beleid zijn.
Willen wij niet verdwijnen, dan zullen wij terug moeten uitbreken, evangeliseren, mensen terugwinnen voor het geloof.
Maar nooit mogen wij nog ingaan op de verleidingen van de macht.
Wij erkennen het legitieme, de noodzaak zelfs van politiek gezag.
Maar zelf passen wij daarvoor. Je kan niet tegelijk God dienen en streven naar macht.
Als christenen, als Kerk, moeten wij de mensen dienen. En ondertussen oneindig wantrouwig blijven t.a.v. het minste teken van machtstreven door of binnen de Kerk.
Ook wat dat betreft is paus Franciscus een godsgeschenk.

Kerstmis 2020
wo 30 december '20

Donderdag 24/vrijdag 25 december 2020, Kerstmis (jaar B)

In het begin van onze tijdrekening was het bij invloedrijke Romeinse burgers grote chic om je kinderen te laten onderwijzen door geleerde Griekse slaven die hun de kennis van de filosofie bijbrachten. Na het succes van Paulus en zijn gezellen in Griekenland, bereikten op die manier, mét die Griekse filosofie, ook steeds meer christelijke elementen de jonge Romeinse geesten. Dat lijkt een godsgeschenk voor de verkondiging geweest te zijn. Maar was het ook werkelijk een geschenk?
In Troje hadden ze intussen immers geleerd dat je “op je hoede moet zijn als Grieken geschenken brengen”. De bestuiving was in ieder geval wederzijds. En het christendom dat ons hier in het Westen bereikte, bracht die typisch Griekse scheiding tussen lichaam en ziel mee en een duidelijk misprijzen voor alles wat te maken heeft met het lichaam. Alles moest “vergeestelijkt” worden om goed te zijn.

Menswording
Maar dat komt niet van Jezus. En dat zie je al meteen met Kerstmis: de menswording van God. God die de gigantische afstand tussen Hem en ons overbrugt door onder ons geboren te worden als een mens. Een echte mens. Geen spiritueel wezen dat zich vermomd heeft als mens, maar een echte mens van vlees en bloed.
Een man die weent bij het graf van Lazarus en die in de olijfhof water en bloed zweet van angst en ontsteltenis.
Ook wij zijn geen puur geestelijke wezens en we moeten dan ook niet doen alsof dat wel zo is. Wij hebben niet alleen een lichaam, voor een stuk zijn wij ook ons lichaam.

Nabijheid
Als wij iets geleerd hebben uit de huidige coronaperiode, dan is dat wel de enorme nood die wij hebben aan lichamelijke nabijheid. Als je een geliefde moet afgeven, besef je heel sterk dat een foto of een film nooit fysische aanwezigheid kan vervangen.
Fysiek contact heeft duidelijk iets meer. Iets onbenoembaars en geheimzinnigs, maar iets essentieels, dat door geen digitalisering kan overgebracht worden.
En het is juist die echte aanwezigheid die wij zo nodig hebben. Wij leven daarvan. Wij leven van de nabijheid van anderen, wij kijken terecht uit naar de tijd die nu snel dichterbij komt, de tijd van het vaccin, waarin wij terug kunnen gaan en staan waar we willen, op reis gaan, feestjes organiseren, sport beoefenen, manifestaties bijwonen. . .
Die dingen zijn belangrijk in ons leven, wij hebben daar nood aan. Ze brengen verzet en ontspanning, ze geven kleur aan ons leven, ze zijn als het ware de kers op de taart. Maar alleen maar de kers, niet de taart zelf. Leven zélf geven ze niet.
Alleen liefde en vriendschap en menselijke nabijheid brengen leven in ons leven. En lichamelijk contact speelt daar een grote rol in.

Liturgie
Ook binnen het kerkgebouw mag daar gerust wat meer aandacht voor zijn. Natuurlijk blijven gebed en ingetogenheid het aller voornaamste en het is niet de bedoeling dat wij voortaan in de liturgie een aantal uitgebreide knuffelmomenten inlassen.
Maar wij kunnen bijvoorbeeld wel meer zorg en aandacht besteden aan de begroeting van mensen die naar de mis komen. En hun bij het einde van de dienst ook meer kansen bieden om bij een kop koffie bijvoorbeeld, rustig kennis te maken met “nieuwe” mensen, en met mensen die je alleen op zondag in de kerk ontmoet.

Hoop
Zusters en broers, het einde van de corona-ellende is nabij, veel dichterbij dan velen vrezen. Laat je vooral niet uit je lood slaan door neerslachtige bedenkingen die je regelmatig hoort over een mogelijke derde golf, of de vraag of de vaccins wel zullen werken. Laat je integendeel inspireren door de typisch christelijke deugd van de hoop. En kijk uit naar de vervulling ervan. Want we komen erdoor. En, met de komst van de vaccins, vlugger dan wij hadden gedacht. We zullen nog wel een jaar of zo voorzichtig moeten zijn. Maar we komen erdoor. Het leven gaat voor ieder van ons terug open!
We zullen wel moeten oppassen voor een nieuw gevaar, dat achter het oude dreigt naar voren te komen.
Wij zullen er moeten over waken dat wij in onze omgang met elkaar niet terugkeren naar onze oude Hagelandse stugheid. Na eeuwen van robuust afstand houden, waren wij eindelijk een beetje ontdooid.
Wij staan nog niet, zoals onze Waalse zusters en broeders, voortdurend klaar om iedereen die voorbijkomt te zoenen, maar er was toch al een zekere kentering merkbaar.
Wij mogen dat niet terugdringen.

Doel
Wij moeten er voor oppassen dat wij het afstand houden dat we tijdens corona hebben aangekweekt niet doortrekken naar de toekomst. Onbewust, zonder het te willen zal een duiveltje in ons, ons blijven waarschuwen dat we afstand moeten houden. Ons waarschuwen voor de ander als een mogelijke bron van besmetting. Wij moeten daar heel erg voor oppassen.
Als we eraan toegeven, wordt onze wereld opnieuw zoals vóór de Schepping: woest en leeg.
Terwijl wij geschapen zijn om elkaar graag te zien en elkaar gelukkig te maken.

Alle kennis is vloeibaar
ma 21 december '20

Zondag 20 december 2020
Daar onze kerken op dit moment opnieuw gesloten zijn omwille van de coronapandemie zijn er geen eucharistievieringen. En geen eucharistievieringen betekent geen homilie, wel regelmatig deze korte overdenkingen.

“Wat hebben ze ons vroeger toch allemaal wijsgemaakt?”, was een uitspraak die je vaak hoorde in de jaren na het 2de Vaticaans concilie. Meestal werd ze gedaan met een knipoog, zonder een spoor van bitterheid: men voelde zich niet echt gedupeerd. En dat wijst erop dat ook de “gewone” mensen allang doorhadden dat de hemel niet echt een kwestie was van rijstpap eten met gouden lepeltjes. En dat de “specialisten” zoals Augustinus in de 4de eeuw al begrepen dat de scheppingsverhalen en dat van Adam en Eva, volkse verhalen waren die een zekere leemte moesten opvullen.
Er was namelijk het universeel menselijk aanvoelen van een mysterie achter de zichtbare werkelijkheid. En precies de zoektocht naar, het willen begrijpen van dat Mysterie, gaf het ontstaan aan de godsdiensten. Maar omdat een mysterie per definitie nooit helemaal te vatten is, zijn er leemten in de kennis en dus ook verschillen tussen de religies.
En krijg je ook allerlei (goedbedoelde) verhalen die die leemtes moeten opvullen. En daar kon je mee leven.

Heibel
Ambras krijg je pas als je vanuit de zoektocht naar het Mysterie al te concrete uitspraken gaat doen over de zichtbare en meetbare werkelijkheid. Want dan zit je op het terrein van de wetenschap. En die gaat, met de tijd, een aantal verhalen overbodig maken en vervangen door exacte kennis.
Zo was het wachten op de Poolse monnik Copernicus om in te zien dat de gedachte dat de zon en de sterren draaien rond het aardse centrum (een gedachte die door het Oude Testament gesuggereerd wordt) gebaseerd is op gezichtsbedrog (als wij gewoon naar de hemel kijken lijkt dat immers ook zo). Maar toen Copernicus achter zijn telescoop ging zitten, zag hij wat anders en legde zo de grondslag van de moderne kosmologie.
Een andere monnik, Mendel, (de man van de chromosomen), ontdekte dat het niet zo was dat “God alle planten en dieren had geschapen, ieder naar hun soort”. Mendel lag aan de basis van de moderne genetica. In de reusachtige kloostertuin kweekte en kruiste hij bonen en erwten naar hartenlust en ontdekte dat wij al een hele voorgeschiedenis hebben als wij geboren worden.
De andere paters in het klooster kregen ondertussen dagelijks die erwten en bonen op hun bord. Het moet daar een erg winderig klooster geweest zijn.
Darwin ten slotte, ontdekte dat zelfs hele soorten evolueren. En zo kan je eindeloos doorgaan.

Toegenomen kennis
Belangrijk is het, te zien dat men ons nooit iets heeft willen wijsmaken. Het is gewoon zo dat de kennis altijd maar groter wordt en oude “inzichten” moeten worden losgelaten.
Speciaal waar het om zaken gaat die behoren tot de zichtbare en meetbare werkelijkheid en die bijgevolg het terrein zijn van de wetenschap.
De Kerk heeft, zoals elk zwaar en log instituut, een hekel aan grote verandering. Ze is echter genoeg rationeel ingesteld om niet te lang de loopgraven in te gaan, maar alles grondig te onderzoeken.
Als ze ons ooit iets heeft “wijsgemaakt”, dan is dat de gedachte dat ze onveranderlijk zou zijn. Dat ze “als een monoliet zegevierend door de eeuwen gaat”, zoals men dat vroeger zei.
Dat is niet waar.
Het behoort juist tot het genie van het christendom dat het alle deugdelijke nieuwe inzichten uiteindelijk omhelst en in zich opneemt.
Precies dáárdoor is de Kerk eeuwig. Sociologisch gesproken dan. Want voor de gelovige is er een andere reden: Christus zelf is haar echte Hoofd.

Zondagsmis
ma 14 december '20

Zondag 13 december 2020
Daar onze kerken op dit moment opnieuw gesloten zijn omwille van de coronapandemie zijn er geen eucharistievieringen. En geen eucharistievieringen betekent geen homilie, wel regelmatig deze korte overdenkingen.

Al geruime tijd voeren een aantal mensen actie om wat zij noemen het “verbod” op religieuze vieringen ongedaan te maken, omdat dit strijdig zou zijn met de godsdienstvrijheid die door de grondwet gewaarborgd wordt. De Raad van State heeft daar nu, ten gerieve van de Joodse gemeenschap, een uitspraak over gedaan en onmiddellijk wekte dit grote verwachtingen bij sommige christenen, zeker naar Kerstmis toe.
Ik denk dat dit niet goed is. Om te beginnen is dit praktisch niet haalbaar.
In Lubbeek Sint-Martinus bijvoorbeeld komen op kerstavond en kerstdag normaal ongeveer 450 à 500 mensen naar de kerk. Stel dat de overheid beslist: 40 aanwezigen mag. En dan? Welke 40???
Daarmee zou men ons een fameuze pad in de korf zetten.

Solidair
Er is echter nog een veel belangrijker reden om niet happy te zijn met een eventuele “versoepeling” naar de Kerk toe.
Om te beginnen is er geen verbod op het vieren van de Eucharistie. Er is alleen maar een beperking opgelegd wat betreft het toegelaten aantal aanwezigen.
En die beperkingen, die zijn niet uitgevonden omwille van Kerstmis en voor katholieken alleen.
Die beperkingen gelden voor iedereen en op alle mogelijke terreinen.
Als wij ooit solidair moeten zijn met alle mensen, dan is het wel in deze crisistijd.
Godsdienstvrijheid is een zeer belangrijk recht en wij staan ook op dat recht, maar wij willen geen voorrechten. Als heel de maatschappij offers brengt, moeten wij geen uitzonderingen willen opeisen. Je zal van mij willen aannemen dat ik het als priester heel erg vind dat wij tijdelijk geen Eucharistie met heel de gemeenschap kunnen vieren. Maar er gebeuren deze dagen ergere dingen.
Mensen die zonder werk vallen, gezinnen die ineens van steun moeten leven, kinderen (en kleinkinderen) die in rusthuizen en hospitalen strikt gelimiteerd of helemaal niet aanwezig mogen zijn bij hun zieke en stervende ouders. Er zijn inderdaad ergere dingen. . .

Anderzijds
Anderzijds zijn er ook een aantal lichtpuntjes.
Het tijdelijk moeten missen van de Vieringen in het kerkgebouw heeft geleid tot een sterk toegenomen besef van het sociale karakter ervan, van het belang van fysiek aanwezig te zijn. En het gemis sterkt het verlangen ernaar.
Bovendien helpt het ons ook om meer solidair te zijn met onze zusters en broers in landen waar kerkvervolging heerst en waar het bijwonen van de Mis, gevangenisstraf of zelfs executie tot gevolg kan hebben. Dat gebeurt ook vandaag nog. Al lees je daar niet veel van in onze kranten.
Daarbovenop kan je nog een ander positief fenomeen vaststellen.
Momenteel bezoeken meer mensen dan vroeger onze (open) kapellen in Lubbeek en in Wever.
Misschien komen sommigen van hen nu vlugger tot een meer persoonlijk gebed en is hun bidden niet langer beperkt tot het wekelijkse uurtje Eucharistie.
Ik denk dat dit zo is. Sommigen zeggen me dat ook.

Samen erdoor
Maar de voornaamste reden voor ons om dit tijdelijk gemis van de Eucharistie met spijt maar zonder ons te ergeren “erbij te nemen” is de solidariteit.
Alle mensen worden getroffen, heel onze maatschappij lijdt onder de crisis. Als christenen zouden wij geaffronteerd moeten zijn als wij een speciale behandeling zouden krijgen.

Advent: uitkijken naar
zo 06 december '20

Zondag 6 december 2020
Daar onze kerken op dit moment opnieuw gesloten zijn omwille van de coronapandemie zijn er geen eucharistievieringen. En geen eucharistievieringen betekent geen homilie, wel regelmatig deze korte overdenkingen.

De advent is een tijd die ons gegeven is om ons open te stellen voor de komst van Christus. Voor het kerstgebeuren dus? Ja, en toch ook niet helemaal. Toch niet alleen voor Kerstmis als historisch gebeuren, de geboorte van Jezus, meer dan 2000 jaar geleden in Bethlehem.
In de advent gaat het vooral om het toeleven naar het komen van Christus in ons eigen leven. Want, zoals ik enkele dagen geleden nog zei tegen onze vormelingen, als je geloof alleen maar bestaat uit het (min of meer aarzelend) voor waar aannemen van een aantal feiten en theorieën, dan schiet het zijn doel voorbij.
Dan heeft het weinig echte invloed op ons leven.
De advent wil daarom een tijd zijn waarin we een zekere gevoeligheid ontwikkelen voor het komen van God in ons eigen leven. En waarin we ook het verlangen ernaar cultiveren.

Angst
Eigenlijk schrikt ons dat af. Die angst hoeft ons helemaal niet te verwonderen. Hij is heel normaal en menselijk.
Denk aan de uitspraak: “Ik zou heel graag naar de hemel gaan. Maar nú nog niet”.
Je begrijpt wat ik bedoel. Je zegt daarmee: ik wil heel graag dat er een hemel is, maar voorlopig zijn er nog genoeg leuke dingen hier op aarde om nog even te blijven.
Met het komen van God in je leven is dat niet anders. Je denkt daarbij: Ho maar! Wacht eens even, niet te vlug …
Want je weet maar al te goed dat wanneer God echt een realiteit wordt in je leven, dat je dan niet anders meer kan dan anders te gaan leven.
Dat je dan vastgeroeste gewoonten zult moeten opgeven en meningen herzien.
Dat je dan zelfs nieuwe houdingen zult moeten aannemen, nieuwe manieren van omgaan met mensen. En dat is allesbehalve vanzelfsprekend of prettig.
Gelukkig heb je, als God te opdringerig wordt, een zeer efficiënt verweermiddel, eentje dat ik zelf al heel mijn leven met succes toepas. En dat verweermiddel heet: “Morgen”. Nu nog niet. Ik ben er nog niet klaar voor. Maar morgen of volgende week, dan zal je eens wat zien.

Misverstand
Het is iets wat je ook vaak hoort van mensen die op dieet moeten, of het roken moeten laten: morgen begin ik er aan. Het is dus angst om leuke dingen te moeten missen. Die angst kan je alleen overwinnen door die “leuke dingen” te relativeren, ze tot hun ware grootte terug te brengen en in te zien dat je daarmee je leven niet kan vullen. Terwijl je vanuit je geloof (en je verstand) weet dat God wél zin en betekenis aan je leven kan geven. En je dus ook gelukkig kan maken. Want je leven als zinvol ervaren en gelukkig zijn, is eigenlijk hetzelfde.
Ik denk dat God ieder van ons met een klein stukje leegte in ons geschapen heeft. En dat stukje leegte proberen wij met de meest uiteenlopende zaken te vullen om op die manier “heel” te worden. Tevergeefs echter. Hij heeft die leegte blijkbaar helemaal voor zichzelf geschapen. Alleen als Hij ze vult, zijn wij compleet.

Smartphone
di 01 december '20

Zondag 29 november 2020
Daar onze kerken op dit moment opnieuw gesloten zijn omwille van de coronapandemie zijn er geen eucharistievieringen. En geen eucharistievieringen betekent geen homilie, wel regelmatig deze korte overdenkingen.

Ik las deze week van een dame die ook kinderpsychiater is, een bekommerd stukje over de eenzaamheid onder jongeren, die als gevolg van de pandemie heel sterk zou toegenomen zijn. Voor zover ik dat kan nagaan, denk ik dat ze gelijk heeft. Waar ik haar niet meer volg is wanneer ze beweert: “Gelukkig hebben ze nog hun smartphone waardoor ze voortdurend in contact kunnen blijven met vrienden en vriendinnen. Moesten wij (de ouderen) in onze jonge jaren zo’n coronatijd hebben meegemaakt, wij zouden (zonder smartphone dus) zot geworden zijn. . .”

Nietes
En hier gaat de psychiater volgens mij volledig uit de bocht.
Het is een feit dat vele jongeren meer lijden onder de crisis dan de oudere mensen. Ze leven ook anders dan wij vroeger. Ze leven veel sneller, ontdekken voortdurend nieuwe dingen, leggen moeiteloos nieuwe contacten. Ze reizen veel, studeren meer, vaak ook in het buitenland en ze hebben hun festivals en hun fuiven. Hun wereld is veel ruimer geworden dan de onze vroeger.
En wanneer die wereld dan helemaal stilvalt, kan het ook niet anders of zij lijden daar meer onder dan wij. En de zorgwekkende berichten over toenemende eenzaamheid en zware depressies onder jongeren liegen er niet om.
Maar dan stellen: “Gelukkig hebben ze nog hun smartphone”, klinkt bijna cynisch. Want, wat we eigenlijk al vermoedden, is in deze coronacrisis pijnlijk duidelijk geworden. Juist de toegenomen eenzaamheid bij jongeren bewijst dat de zogenaamde sociale media wel hun enorme verdiensten hebben om het maatschappelijk verkeer vlotter en efficiënter te laten verlopen, maar dat ze om de fundamentele menselijke eenzaamheid op te heffen maar net ietsje beter dan waardeloos zijn.

“Nestwarmte”
Eenzaamheid wordt alleen maar gecounterd door duurzame relaties.
Onze contacten via de nieuwe media zijn verveelvoudigd, maar vluchtig en kortstondig. Onze relaties vaak ook.
De vroegere gezinnen waren ook niet altijd ideaal. Verre van. Maar ze gaven je, ook als je voortdurend ruzie maakte met je zussen en je broers, toch een onmiskenbare nestwarmte. En de sterke familiebanden gaven dat ook. En zelfs je dorp gaf je een soort warmte die je nergens anders vond. Ik herinner mij nog van toen ik vroeger in Brussel werkte het gevoel als ik ’s avonds terug in mijn dorp kwam. Van als ik van de autobus stapte, was ik thuis: alles was vertrouwd en gaf je een heel eigen soort rust en warmte.
Wij zijn dat kwijt. Dat warme nestgevoel, dat door geen enkele smartphoneapplicatie teruggebracht kan worden. Dát terugvinden, zonder terug te moeten naar vroeger, is juist de uitdaging in onze tijd.
Ook in de Kerk. Daarom kunnen we misschien beter de aankoop van dat nieuwe kazuifel nog wat uitstellen en in de plaats daarvan een koffiezet aanschaffen. Voor na de Mis.
Wij moeten ook in de Kerk terug “nestwarmte” brengen.
Ook naar jongeren toe. Zeker naar jongeren toe.
Eerst waarderen, dan pas preken.

De “andere” waarderen
di 01 december '20

Zondag 22 november 2020
Daar onze kerken op dit moment opnieuw gesloten zijn omwille van de coronapandemie zijn er geen eucharistievieringen. En geen eucharistievieringen betekent geen homilie, wel regelmatig deze korte overdenkingen.

Enkele dagen geleden zat ik rustig in de kapel, toen ik uit allerlei geluiden het naderen van een groep wandelaars opmaakte. Opeens klonk er een jonge meisjesstem: “Hé, hier branden veel kaarsen. Maar ik mag hier niet binnengaan want ik geloof niet”. En telkens als er iemand anders van de groep dichterbij kwam, herhaalde zij haar fiere mantra. Zelfbewust en zelfs een beetje superieur zoals dat past bij een meisje dat geleerd heeft geen God nodig te hebben.
Ik zat er stilletjes bij te glimlachen. Ik dacht: zou zo’n ongelovig opgevoed meisje later misschien ook zeggen: “Wat hebben ze mij vroeger allemaal wijsgemaakt?”
Of zou ze over 20 jaar, zoals zovelen, komen vertellen in de media dat ze een zwaar-katholieke opvoeding gehad heeft, waar ze moedig en resoluut mee kapte?
Vaak zijn dat mensen die ná 1980 geboren zijn, soms zelfs na het jaar 2000. Zwaar katholiek opgevoed? Je vraagt je dan af: op welke planeet mag dat wel geweest zijn?

Moeizaam
Tot aan de jaren 60 van de vorige eeuw was de Vlaamse maatschappij homogeen, bijna monolithisch katholiek. En zo’n homogene maatschappij is altijd erg drukkend voor mensen die er een andere overtuiging op nahouden.
Dat was vroeger zo en dat is het nu nog, overal ter wereld.
Maar sindsdien heeft hier bij ons een serieuze ontkerkelijking plaatsgevonden en een eveneens gevoelige instroom van andere religies. Secularisatie en globalisatie, je kent het verhaal.
Andere westerse maatschappijen hebben dat proces min of meer bevredigend verwerkt of zijn daar volop mee bezig.
Alleen Vlaanderen blijkt maar heel moeizaam het verleden een plaats te kunnen geven.
Zijn wij na eeuwen van katholieke dominantie met een zeer aan de kerk gebonden pers geruisloos overgegaan naar een open maatschappij met een eerlijke en objectieve berichtgeving? Niet echt.
Soms lijkt het er zelfs op dat er zich gewoon een machtswissel heeft voorgedaan.
Neutraal werd een ander woord voor niet-katholiek. En de pers is pas objectief als ze alles wat christelijk is wegmoffelt.
Moet dat nu echt? Tot in het kinderachtige?

Volwassen
Kerstkaarten met romantische, besneeuwde dorpjes, waarop het kruisje op de kerktoren gegarandeerd is weggegomd wegens neutraal. Of films op tv waarbij, nadat er al een serieuze selectie plaatsvond, zelfs tot in de ondertiteling alles wat positief klinkt naar religie toe, nog weg gecensureerd wordt.
Mijn God (of als je wil: mijn god), kunnen wij eindelijk eens niet volwassen worden en elkaar waarderen en respecteren in ons anders-zijn?

Trump
di 17 november '20

Zondag 15 november 2020
Daar onze kerken op dit moment opnieuw gesloten zijn omwille van de coronapandemie zijn er geen eucharistievieringen. En geen eucharistievieringen betekent geen homilie, wel regelmatig deze korte overdenkingen.

Ik ben geen psycholoog, maar ik vraag mij toch af of een kennelijk extreem narcistisch iemand als de heer Trump wel kan geloven in God.
Met de verkiezingen in aantocht liet hij zich wel fotograferen met een Bijbel in de hand, maar kan zo iemand wel geloven in iets of iemand boven hem, een God die een rol wil spelen in zijn leven en die wil dat hij zijn eigen nukken en grillen ondergeschikt maakt aan wat het geloof van hem wil? Ik denk het niet.
Bovendien heeft de heer Trump volgens velen een heel speciale relatie met de waarheid, bouwt hij muren in plaats van bruggen en zet hij mensen en groepen tegen elkaar op.
Allemaal niet direct evangelische houdingen.
En toch stemmen tientallen miljoenen protestantse “evangelicals” in blok voor hem.
Immers, Trump is tegen abortus. . .

Latino’s
Katholieken stemmen in de VS traditioneel voor de Democraten. Maar een aanzienlijk aantal Latino’s, die zeer gehecht zijn aan gezin en familiewaarden, zijn vatbaar gebleken voor Trumps propaganda en zijn gaan geloven dat Joe Biden van al de kinderen die nog geboren mogen worden, homo’s en transgenders wil maken.
In werkelijkheid is Joe Biden een diepgelovige katholiek, die eigen accenten legt in ethische kwesties. En die vooral aandacht heeft voor de sociale ongelijkheid in Amerika. Voor de onbetaalbaarheid van de geneeskundige zorg, voor de armoede, het latent racisme, de klimaatverloedering en de scherp toegenomen verdeeldheid en haat binnen de Amerikaanse samenleving.

Europa
Ook in Europa kunnen wij beter alert zijn voor die Amerikaanse vernauwing van denken over het geloof. Natuurlijk hebben christenen duidelijke opvattingen aangaande de eerbied voor het leven, ook het ongeboren leven en over de eventuele beëindiging van het leven.
En natuurlijk vinden wij het niet fijn dat bij elke nieuwe regeringsvorming vanuit een bepaalde hoek aangedrongen wordt op een verdere “verruiming” van de wetgeving daaromtrent. Je kan toch niet eindeloos blijven “verruimen”. Waar zitten we dan binnen 30 jaar?
Maar wij mogen ons niet in het hoekje laten dringen van “diegenen die tegen abortus zijn”. Christelijk geloof is echt nog wel meer dan dat.
Christelijk geloof biedt een globale visie op het leven en op de mens en zijn geschiedenis. En bovenal op de relatie tussen God en de mens.
Wij mogen nooit meegaan in die vernauwing waarbij heel het christelijk geloof teruggebracht wordt tot 1 bepaalde ethische stellingname. En waarbij dan nog de rest van de ethiek gemakshalve vergeten wordt.
Dat is de truc die het bij nogal wat Amerikaanse (evangelische) christenen doet: Trump is tegen abortus, hij is dus OK.
Jaja, tarara.

Pagina's