Nieuws uit de parochie

De plaatsbekleder van Christus
wo 27 september '23

Zondag 27 augustus 2023, 21ste zondag door het jaar (jaar A)

De evangelielezing van vandaag kadert helemaal in de aanstelling -ik had bijna gezegd: de problematiek van de aanstelling- van Petrus als hoofd van de Kerk.
Laten we het daar vandaag eens even over hebben.
“Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal ik mijn Kerk bouwen”.
Het is een tekst die je in metershoge letters bijna neerbliksemt vanuit de koepel van de Sint-Pieter in Rome.
Begrijpelijk ook, want deze tekst vormt de legitimatie voor het gezag en de leerstellige aanspraken van de katholieke Kerk in het algemeen en van de pausen, de opvolgers van Petrus, in het bijzonder.
Eeuwenlang heeft men die aanspraken van de Kerk onderschreven totdat, eerst de orthodoxe christenen en daarna de protestanten, het gezag van de paus verwierpen. Maar het absoluut vertrouwen in de (eigen) kerkelijke specialisten in zaken van geloof, bleef de evidentie zelf. Tegenwoordig is dat toch wel even anders.
Om met grote stelligheid te praten over godsdienstige onderwerpen hoef je niet over een bijzondere theologische kennis te beschikken, noch over een zeker vertrouwd zijn met bidden en mediteren.
Sommige mensen praten er maar op los en het tegenovergestelde zeggen van wat de Kerk zegt, geldt blijkbaar als een pluspunt.
Priesters en godsdienstleerkrachten voelen zich tegenwoordig vaak in dezelfde positie als de geneesheren van deze tijd, die zo vaak moeten horen: “Dokter, je hebt me dit of dat aangeraden of gezegd, maar ik heb gevonden op google . . .”
Het kan natuurlijk nog erger. Als je gesprekspartner bijvoorbeeld iemand kent die “via de kaarten” contact heeft met de “Hogere Machten”.
Daar kan je met al je geredeneer natuurlijk niet tegenop, want die mensen weten alles uit eerste hand. En het is algemeen geweten dat de Hogere Machten en geesten en engelen niet zo hoog oplopen met de katholieke Kerk.

INQUISITIE
Feit is gewoon dat de Kerk in onze tijd heel veel aan macht en aanzien heeft ingeboet. Maar evenzeer is het een feit dat de Kerk in vroegere eeuwen veel te veel macht en invloed had, veel te veel de plaats heeft ingenomen van de staat.
Op zich niet echt verwonderlijk. De Kerk beschikte eeuwenlang over bekwamere mensen dan de staat. Maar dat dooreenhaspelen van Kerk en Staat had heel kwalijke gevolgen. Het bestaan van zoiets als de inquisitie bijvoorbeeld. Een bijzonder kwaadaardig fenomeen, dat veel meer een politiek en staatkundig dan een godsdienstig verschijnsel was. Ketters werden gezien als oproerkraaiers, die de fundamenten van de samenleving aan het wankelen brachten, die de Kerk veel te werelds vonden en die vaak een echte religieuze dictatuur wilden vestigen. Je kan sommige van die groepen rustig vergelijken met de hedendaagse IS.
Anderzijds waren er natuurlijk ook de mensen die het goed meenden, de protestanten bijvoorbeeld. En die werden ook vervolgd. In ieder geval is het momenteel voor iedereen duidelijk dat de woorden van Jezus tot Petrus geen carte blanche waren voor het nastreven van politieke macht en aanzien.
Om de aanstelling van Petrus tot hoofd van de Kerk te begrijpen, moeten we teruggaan naar dat andere aanstellingsgesprek, waar Jezus uitdrukkelijk aan hem vraagt: “Petrus, bemint gij mij?” Het beminnen van Jezus heeft uiteraard geen romantische betekenis. Jezus beminnen wil zeggen, Hem helemaal willen navolgen, willen zijn zoals Hij. M.a.w. alles, maar dan ook alles willen doen uit liefde voor God en uit liefde voor de mensen. M.a.w. missionering kan, en werken aan het aanzien en het imago van de Kerk kan (en is in onze tijd zelfs dringend nodig).

DUIZELINGWEKKEND
Maar dat kan nooit (nog) gepaard gaan met azen op macht en politieke invloed.
Is dat niet een beetje minimalistisch, een beetje té braaf, té weinig ambitieus?
Ik denk het niet. Hoe meer wij doordringen in de betekenis van de woorden van dit evangelie, hoe meer we beseffen dat ons hier iets geschonken wordt dat het hebben van politieke macht oneindig overstijgt. Moge de Heer mij op voorhand vergeven als ik hier wild en onbezonnen iets zeg, maar het is God zelf die hier een stapje opzijzet en aan mensen bevoegdheden toekent die, op het eerste gezicht, alleen aan Hem toekomen!
Eigenlijk is dit één van de meest duizeligmakende teksten uit de hele Bijbel.
En gaat die volledig voorbij aan het legitimeren van de politieke machtsaspiraties.
Wat hier echt gezegd wordt is: “Wanneer je Jezus volledig wil navolgen in zijn liefde voor God en voor de mensen, dan stel je Jezus tegenwoordig”.
Dan bén je op dat moment Jezus. Als datgene wat je doet volledig gebeurt uit liefde voor God en voor de mensen, dan voer je uit wat God wil. Dan ben je op dat moment de plaatsbekleder van Christus op aarde.
Of je nu paus bent of gewoon Lowieke Janssens. En dan is wat je bindt op aarde, ook gebonden in de hemel. En wat je ontbindt op aarde, ook ontbonden in de hemel. Niets minder dan dat, wordt hier gezegd.
Een niet onbelangrijke voetnoot daarbij: vanaf het ogenblik dat er bij ons ook maar een schijn van pretentie de kop opsteekt, vervalt de deal. Want dan zitten we terug bij de interpretatie van de middeleeuwse prelaten.

De universele zending van Jezus
wo 27 september '23

Zondag 20 augustus 2023, 20ste zondag door het jaar (jaar A)

“Jezus Christus is tegelijk waarachtig God en waarachtig mens, in één persoon”.
Dat leerde ons de oude Mechelse catechismus (vraag 68).
Dat is altijd een centrale stelling geweest van het christendom. En dat is het nu nog. Alleen, wij hebben de grootste moeite met dat woordje “tegelijk”.
Tegelijk God én mens. Je kan dat wel in geloof aannemen, maar met je verstand kan je dat niet plaatsen. En dus neig je altijd naar 1 van beide kanten.
Ofwel ga je het menszijn van Jezus benadrukken. Jezus wordt dan een uitzonderlijk groot mens, een religieus genie, de grootste van alle profeten.
Ofwel ga je Hem zien als God-tout-court. God, die zich als het ware vermomd heeft in een mens, die deed alsof Hij een mens was. De uiterste consequentie van die opvatting is dat zelfs het lijden van Jezus in zekere zin gespeeld was.
Want God kan toch niet afzien. . . Het is met die opvatting dat de evangelielezing van vandaag resoluut afrekent. Jezus was wel degelijk God, die zich aan ons liet kennen in een mens. En dat menszijn van Jezus was echt.
D.w.z. dat Jezus net als wij gevoelens en emoties had. Dat Hij, zoals ieder van ons, een wil had en verstand. Dat Hij met de jaren evolueerde en nieuwe inzichten opdeed. Toen God besloot Mens te worden, was die menswording niet frauduleus en liet Hij zich kennen in een echte mens.

UNIVERSEEL
Afgaande op het evangelie van vandaag heeft Jezus een periode gekend waarin Hij zijn zending nog helemaal zag als gericht op het Joodse volk.
De ontmoeting met de Syrofenicische vrouw, een heidense vrouw notabene, brengt daar verandering in. Ze vraagt Hem zich als Messias te gedragen voor elke mens, ook voor de heidenen, want dat is zijn roeping. De vrouw wijst Jezus de richting, zij duwt Hem in zijn universele roeping, zij openbaart Hem aan zichzelf.
Ongetwijfeld leefde die vraag en die bekommernis al langer in Jezus, maar deze vrouw haalt Hem over de brug. Hij zal zijn zending richten op alle mensen.
Dit is nu de tweede keer dat Jezus bij een beslissend moment in zijn denken en handelen, bij een echte “mutatie”, de richting gewezen wordt door een vrouw.
De eerste keer was dat bij de bruiloft in Kana, waar Jezus aarzelt om de openbaarheid in te gaan – “nog is mijn tijd niet gekomen”, zegt Hij – en waar zijn moeder Hem a.h.w. dwingt om dat te doen.
En nu, de Syrofenicische die Hem overhaalt om het sektarische joodse geloof te doorbreken en zich bewust te engageren voor zijn universele zending.
Extra eer voor de vrouwen!

NAÏEF?
Maar meteen zit je natuurlijk met een volgend gigantisch probleem.
Want voor iedereen die het evangelie leest, is het onmiddellijk duidelijk dat die universele zending van Jezus er een is van vrede en rechtvaardigheid voor elke mens. En met dat doel voor ogen kan je wel werken aan een zekere harmonie binnen je gezin en binnen je stam. Maar het wordt steeds moeilijker naarmate de beoogde groep groter en ingewikkelder wordt. Probeer maar te ijveren voor harmonie en rechtvaardigheid in een moderne samenleving waarin eigenbelang en groepsegoïsme steeds meer de enige drijfveer lijkt. En probeer maar te werken aan vrede in een wereld van overal oorlog.
Zolang de evangelische idealen vrome wensen en gebeden blijven, vinden ze instemming bij iedereen. Maar van zodra je ze op de werkelijkheid wil leggen om er iets aan te doen, vindt iedereen ze plots naïef en wereldvreemd.
En dat zijn ze in zekere zin ook. Want de wereld steekt nu eenmaal niet idyllisch in elkaar. En alle mensen zijn niet allemaal even lief en vol van goede wil.

ZELFVERDEDIGING
En daarom moeten we, ook als christenen, alert blijven.
Juist omdat wij willen bouwen aan rechtvaardigheid en vrede mogen wij ons niet bezondigen aan schuldig verzuim. Aan het naïeve pacifisme dat ik mij herinner uit mijn jeugd, een pacifisme dat elk streven om de vrijheid en de welvaart van onze mensen te beveiligen afdeed als oorlogszuchtig. Ik kan me nochtans niet voorstellen dat er hier bij ons nog 1 mens rondloopt die het Belgisch grondgebied wil vergroten. Die nog een vervolg wil breien aan de aanhechting van Eupen en Malmedy. Maar blijkbaar is dat niet overal zo. Er lopen in onze wereld nogal wat zieke dictators rond.
Kerels die hun eigen mensen onderdrukken of hen minstens behandelen en bespieden of het hun gevangenen zijn. En die maar al te graag hun speeltuin willen uitbreiden.
Wij willen vrede maar we mogen niet naïef zijn. Wij moeten blijven opkomen voor onze mensen. Voor hun vrijheid, hun welvaart en hun waarden. En wij moeten dat blijven doen zoals we dat bezig zijn te doen. Niet door aan te vallen, maar door een superieure verdediging. Door “ontrading”. Door de boodschap uit te sturen: begin er niet aan! En we doen dat goed. Moest de NAVO er niet zijn dan zaten we op dit moment allemaal in Oekraïne.
Het enige, zei Edmund Burke, dat het kwade nodig heeft om te winnen, zijn goede mensen die niets doen en die het allemaal maar laten gebeuren. . .

Over water wandelen
wo 27 september '23

Zondag 13 augustus 2023, 19de zondag door het jaar (jaar A)

Het evangelie dat we zojuist gelezen hebben, lijkt op het eerste gezicht te gaan over een sensationele wonderbaarlijk-magische handeling van Jezus.
In werkelijkheid wil het ons iets heel anders vertellen. Wil het ons vertellen: zelfs in de grootste benauwdheid, zelfs als de paniek zich van je meester maakt omdat je geen enkele uitweg meer ziet, zelfs dan, vooral dan, is Hij bij je.
Juist als het verschrikkelijk stormt in je leven, en je je van God en de mensen in de steek gelaten voelt, juist dan is Hij je heel nabij om je te zeggen: wees niet bang, Ik ben het, Ik draag je er wel doorheen.
Het is opvallend hoe vaak Jezus een optreden of een toespraak begint met te zeggen: “Wees niet bang”.
Voor Jezus is angst onverenigbaar met geloof. Ook angst voor de dood.
Christenen geloven dat Jezus verrezen is en leeft.
En dat daardoor een opening is aangebracht voor onze hoop dat ook ons eigen leven niet uit zal lopen in de leegte en het niets, maar dat aan het einde ervan God zelf zal staan om ons door de dood heen te halen.
Dat is de kern van ons geloof. Het is geen wetenschappelijke zekerheid.
Het enige wat ik met mijn verstand absoluut zeker weet, is dat de mond die deze woorden spreekt op een keer zal stilvallen, en dat de ogen die u nu nog aankijken op een dag zullen uitdoven.
Als ik daaraan denk, kan ik in woede uitbarsten, of wanhopig worden, of vergetelheid zoeken in een leven van genot.
Het tegenaanbod van God is de Verrijzenis.
Het geloof dat Christus inderdaad verrezen is.
En dat precies daardoor ook voor ons de weg naar het leven openligt.
Hier moet iedereen van ons de stap van het geloof zetten.
Niemand kan het in onze plaats doen.
En niemand kan het ons kwalijk nemen als we twijfelen.

MAGISCH INGRIJPEN
Is de verrezen Heer die over het water naar ons toekomt geen spookbeeld? Is dat niet iets dat we onszelf wijsmaken? Dat wandelen over water is als wij het letterlijk zouden nemen, trouwens puur sensatie. Het zou een spectaculaire goocheltruc zijn, Jezus onwaardig.
Het verhaal moet dus wel geïnterpreteerd worden. En wel in de zin zoals we zojuist deden: dat zelfs in de meest benarde situaties, zelfs in de ergste stormen van ons leven, Jezus ons liefdevol en reddend nabij is.
En dan komt dat belangrijke moment in het verhaal wanneer Petrus beseft dat het wel degelijk Jezus is die naar hen toekomt. En de leerling denkt dan onmiddellijk, gesterkt door het voorbeeld, dat hij, net zoals de meester, sterker is dan zee en storm.
Maar de zee en de storm zijn er nog, de leerling kan, niet zoals Jezus, doen of ze er niet zijn. Stormen, ziekten, oorlogen en kwaadwilligheid blijven de wereld tekenen. Door te geloven in Jezus’ nabijheid verandert die wereld niet in een mooi paradijs. Maar je brengt dat paradijs, die nieuwe wereld die Jezus belooft wel naderbij door je geloof in zijn belofte. En door de bereidheid om je voor die nieuwe wereld in te zetten door anderen liefdevol en reddend nabij te zijn.
De realisatie van de wereld waar Jezus van droomt zal er dus niet komen door een spectaculair magisch ingrijpen van God, maar moet voor een groot stuk door onszelf bewerkt worden.

NABIJ IN MENSEN
En dan, als we dat beseffen, kan de onzekerheid opnieuw toeslaan. En we beginnen, zoals Petrus te zinken. “Waarom heb je getwijfeld?”, zegt Jezus. . .
Wij verkeren allemaal vroeg of laat in situaties dat wij soms met de moed der wanhoop moeten vechten tegen storm en ontij, bedreigd door metershoge golven. Het is belangrijk ook dan te weten dat de Heer ons nabij is.
Hij bespaart ons de stormen en het lijden niet en ook niet de vereenzaming, en ook niet het sterven.
Maar wij weten dat Hij zijn geliefden veilig aan wal brengt. Dat we ooit thuiskomen in Gods haven.
En voor het zover is, blijft Hij ons nabij waar woorden van bemoediging en daden van liefde troost geven. Waar mensen, waar vrienden ons nabij zijn en ons helpen in onze strijd.
Mensen die ons moed, sterkte, geduld en vertrouwen schenken. Het zijn mensen die zijn nabijheid gestalte geven, die zijn werk verrichten.
Ook als het niet-gelovigen zijn.
Voor ons is Jezus Christus de gever van de Geest. Zijn Geest is werkzaam overal waar mensen anderen liefdevol nabij zijn. Waardoor je ineens blij verrast kan uitroepen of verwonderd en dankbaar prevelen: “Het is de Heer!”

Wat blij maakt
ma 07 augustus '23

Zondag 6 augustus 2023, Gedaanteverandering van de Heer (jaar A)

Ook gelovigen zijn in deze tijd sterk beïnvloed door de materialistische levensopvatting. Ik had bijna het woord “beschadigd” gebruikt. En dat zou niet eens verkeerd geweest zijn. In het geloof gaat het wezenlijk over niet-materiële zaken. Over dingen die niet zichtbaar, tastbaar of meetbaar zijn. En waarbij we bij de omschrijving ervan helemaal aangewezen zijn op vergelijkingen, parabels en symbolen. Religieuze taal dus. En die religieuze taal is zo oud als de mensheid zelf en heeft altijd goede diensten bewezen om diepere gedachten en emoties te verwoorden. Om een werkelijkheid, of facetten daarvan, ter sprake te brengen die als zeer reëel ervaren wordt, maar waar de gewone taal te klein voor is.
De hedendaagse absurde opvatting dat de materiële werkelijkheid de enige echte werkelijkheid is, heeft echter gemaakt dat velen die taal niet meer au sérieux nemen.

VISIOEN
Vandaag gaat het evangelie over het visioen op de Taborberg.
Maar wanneer ik tegenwoordig tegen iemand zeg: “Lowie, je hebt weer visioenen”, dan bedoel ik daarmee: Lowie, je bent jezelf weer wat wijs aan ’t maken, kom eens terug met beide voeten op de grond.
Wij zijn wel bereid om “visioen”, “wonder”, “stem uit de hemel” nog te zien als “symbolisch”. Maar dan wel in de betekenis van niet-echt, een verhaaltje, een sprookje. En dat komt omdat wij het spontane besef van en het contact met de diepere werkelijkheid achter de symbolen verloren hebben.
En dan moet daar dringend iets aan gedaan worden, want visioenen bijvoorbeeld hebben alles met ons concrete leven te maken en hebben er een enorme invloed op.

TABOR
Laten we eens kijken naar dat visioen op de berg Tabor.
Jezus is op weg naar Jeruzalem, de slotfase van zijn leven. Hij weet dat de dood Hem daar wacht. En Hij wil doorzetten.
Het visioen op de Tabor, moet Hem sterken in zijn voornemen.
Aanwezig zijn de grote figuren uit het Oude Testament die Jezus duidelijk zien en erkennen als het doel, het eindpunt, de kroon op hun eigen werk.
Aanwezig is ook God zelf, die Hem uitdrukkelijk bevestigt als zijn “Welbeminde Zoon”.
De uitwerking van het visioen is buitengewoon krachtig. Jezus zet vastberaden zijn weg naar Jeruzalem voort, ook al wacht Hem daar een afschuwelijk einde.
Hier zien we heel duidelijk wat nu precies de rol is van een visioen.
Een visioen is de ervaring van een diepere werkelijkheid achter de gewone dingen. Het is beseffen dat, voorbij de onaangename of zelfs verschrikkelijke toestand op dit moment, er nog een diepere werkelijkheid bestaat. En die werkelijkheid wordt niet alleen gedacht, maar ook echt ervaren.
Het is dus niet iets dat wij onszelf wijsmaken, een soort zoethoudertje van “´t zal allemaal nog zo erg niet zijn, je zal zien, het komt uiteindelijk allemaal wel goed!”
Neen, het is het scherp zien, ervaren zelfs van wat er schuilgaat achter de dingen.

PERSPECTIEF
Het is dus ook een beetje misleidend om te spreken over “de werkelijkheid achter de zichtbare werkelijkheid”. Er is maar 1 werkelijkheid. En het visioen laat ons de diepte ervan zien. Wat we te zien krijgen is de schoonheid en de goedheid van de werkelijkheid, die het huidig lijden of de ervaring van zinloosheid overstijgt. En daarom kan het visioen van onschatbare waarde zijn voor ons leven. Het kan “zin geven aan wat zinloos lijkt, draagbaar maken wat ondraaglijk lijkt, perspectief geven aan wat uitzichtloos lijkt” (Paul Schollaert).
Belangrijk hierbij is dat het ook over heel eenvoudige dingen kan gaan.
Ervaringen van goedheid en schoonheid, die de sleur van het alledaagse leven doorbreken. Het kan de fietser zijn die je bij je ochtendwandeling in het voorbijrijden hartelijk goeiedag wenst. En onmiddellijk vergeet je de 3 anderen die je passeerden zonder je zelfs maar te willen zien. (En die dus blijkbaar ook een visioen zouden kunnen gebruiken.)
Voor een christen zegt het visioen niet alleen iets over de schoonheid en de goedheid, die fundamenteel zijn maar die tijdelijk kunnen verduisterd worden door pijn en lijden en eenzaamheid van het moment.
Voor een christen zegt het visioen ons ook iets over de waarheid omtrent de werkelijkheid.
Het vertelt ons dat zich in het midden van de werkelijkheid een God bevindt die oneindig veel van ons houdt en die ons nooit zal loslaten, wat ons ook overkomt.
En dat is iets wat blij maakt, ondanks alles wat we soms moeten meemaken in het leven.

Immobilisme is even ketters als wildgroei
ma 31 juli '23

Zondag 30 juli 2023, 17de zondag door het jaar (jaar A)

De parabel over de schat in de akker gaat over mensen die na veel zoeken het geloof gevonden hebben. En die diep overtuigd geraakt zijn van de waarheid en de kostbaarheid van dat geloof. Zó kostbaar dat al het andere daaraan ondergeschikt is.
Het geloof als ons kostbaarste bezit, dat zorgvuldig bewaard en beschermd moet worden omdat het ons leven zin, warmte en betekenis geeft.
Dat is de betekenis van de twee parabeltjes over de schat in de akker en de parel van de koopman.
En dan komt die parabel over het sleepnet met daarin goede vissen die uitgezocht worden en slechte die teruggeworpen worden. Het lijkt wel in oppositie met de twee voorgaande vertellingen. Want hier is geen sprake van zorgvuldig bewaren wat is, maar van kiezen. Van bewaren én loslaten.
En om zijn bedoeling helemaal duidelijk te maken sluit Jezus af met te zeggen dat een goede huisvader uit zijn schat nieuw en oud tevoorschijn haalt!!
Beide zijn dus belangrijk: oud en nieuw.

POLARISATIE?
Een van de grootste tragedies in de hedendaagse kerk hier bij ons is dat die zin, die stellingname van Jezus—oud én nieuw zijn nodig—helemaal ondergesneeuwd lijkt.
Niet dat je kan spreken van een echte polarisatie. Vroeger, toen ik jong was, had je dat wel. Aan de ene kant de mensen die het concilie betreurden en die alles wat vroeger was, beter vonden. En aan de andere kant de “progressieven” die o.a. dweepten met de bevrijdingstheologie en die zowat elke verandering als een verbetering zagen.
Tegenwoordig echter zijn de verschillende gezindten getalsmatig totaal niet meer vergelijkbaar zodat je nog moeilijk van een polarisatie kan spreken.
Maar bovendien zijn de tegenstellingen ook inhoudelijk veranderd.
Aan de ene kant heb je nog altijd de sterk behoudsgezinde mensen, tegenwoordig een kleine minderheid, die helemaal terug naar vroeger willen. Zwarte lange rokken incluis. En aan de andere kant heb je die massa mensen, die zich nog christen noemen, maar die er eigenlijk niets meer aan doen.
Ze laten hun kinderen meestal nog dopen, maar ze geven het geloof niet meer door en komen zelden of nooit nog naar een kerkelijke dienst.
Ze beweren steevast dat ze “achter de christelijke waarden staan”. Maar dan als een soort mantra. Als je verder vraagt, kunnen ze je zelden vertellen wat die waarden zijn of aantonen dat ze enige invloed hebben op hun leven.
Als Victor Hugo vandaag zou leven, zou hij waarschijnlijk aan deze mensen denken als hij sprak van: “Les athées de nuance catholique”.

ALTERNATIEF
Maar daarnaast heb je ook nog een derde groep. De mensen die niet ergens tussen die twee andere groepen in staan, maar ertegenover.
En die mensen dat zijn—hopelijk—wij.
Dat zijn de mensen die het goede van vroeger niet alleen willen behouden maar het ook willen herwaarderen omdat het verlies ervan onze geloofsgemeenschap duidelijk geen goed heeft gedaan. Op de eerste plaats denken we dan aan de rituele samenkomsten van gelovigen. Het christendom is een godsdienst, het kan niet zomaar verengd worden tot een moraal. Rituelen, symbolen, samen zingen en samen bidden en Eucharistie vieren, maken er wezenlijk deel van uit, vormen ons juist tot een volk, tot een gemeenschap.
Er zijn serieuze atheïsten, mensen die dus menen dat godsdienst een menselijke uitvinding is, maar die onmiddellijk erkennen dat het ook de meest schitterende uitvinding van de mensen is. Omdat godsdienst, meer dan wat ook, mensen samenbindt en verenigt over alle mogelijke verschillen heen.
En wij, in Europa, maar krampachtig zoeken naar wat ons zou kunnen verbinden, terwijl wij het sterkste middel dat onze mensen verbond, het christelijk geloof, helemaal verwaarloosd hebben.
Laten wij onze rituele samenkomsten dus behouden en nieuw leven inblazen.

CELIBAAT
Wat we wel radicaal achter ons moeten laten omdat het in onze tijd zo desastreus is voor de Kerk zelf, is het verplichte celibaat.
Momenteel is er in het Westen bijna geen enkele jongere meer die “dat er nog bij wil nemen”.
Onze nieuwe aartsbisschop geeft hoop. Hij zegt dat de roeping tot het priesterschap iets anders is dan de roeping om celibatair te leven. En hij voegt eraan toe dat er maar heel weinig mensen geroepen zijn tot het celibataire leven.
Wel, laat ons dan kappen met die verplichte koppeling. Elke godsdienst kent mensen die heel hun leven in gemeenschap doorbrengen met bidden, studeren en mediteren. Laat die mensen voor het celibataire leven kiezen, dat ligt voor de hand. Maar toch niet voor een gewone parochiepriester. Er zijn echt nog wel andere mensen met een sterk besef van roeping in hun beroep en die dat toch combineren met een warm gezin. De Kerk moet toch geen zelfmoord plegen voor een principe waar weinigen nog de zin van inzien.
Laten we kappen met die verplichting. En met een vernieuwd elan ons geloof terug beleven en uitdragen.

De prijs van angst
ma 31 juli '23

Zondag 23 juli 2023, 16de zondag door het jaar (jaar A)

De lezing uit het Boek “Wijsheid” confronteert ons vandaag met een voor ons ongewone visie op macht. De idee wordt ontwikkeld dat juist de almacht van God de grond is van zijn rechtvaardigheid, zijn mildheid en zijn vergevingsgezindheid. Een op zijn minst interessante gedachte voor mensen zoals wij, die gewoon zijn van altijd een zekere reserve, om niet te zeggen een duidelijke achterdocht te koesteren bij elke vorm van macht.
Maar het Boek Wijsheid zegt: juist omdat er geen andere goden zijn, juist omdat er geen enkele kracht is die Gods macht evenaart, kan Hij mild en rechtvaardig zijn. Juist omdat God zichzelf niet staande moet houden t.a.v. bedreigende, concurrentiële krachten kan Hij zich de luxe permitteren om goed te zijn en mild voor de mensen.
Een interessante gedachte. En niet eens zo vreemd als ze op het eerste gezicht lijkt.
Want wijzelf gedragen ons in vele gevallen precies hetzelfde.
Wanneer wij een eerder negatief beeld hebben over macht dan is dat omdat wij “macht” bijna automatisch associëren met machtsmisbruik.
En wij beseffen dan niet eens dat wijzelf ons regelmatig in een situatie bevinden waarin wij absolute macht hebben over andere wezens en we die macht dan op een voortreffelijke manier gebruiken om goed te doen.

BOBBY
Voor onze hond bijvoorbeeld. Heel spontaan. Wij denken daar zelden over na.
Wij zijn bijna nooit bewust met die gedachte bezig. Maar onze hond is helemaal aan zijn baasje overgeleverd. Een kat is veel onafhankelijker. Die vindt zo nodig zelf wel eten en die gaat ook wel zonder ons op wandel. Liever zelfs dan mét ons.
Maar een hond, die is met huid en haar overgeleverd aan de goodwill van zijn baasje.
En dan zie je dat de overgrote meerderheid van de “baasjes” met heel veel genegenheid zorgdragen voor hun hondje. De beste brokjes zijn net goed genoeg, en het wandelingetje mag wat langer duren als Bobby dat wil, ondanks het vele werk. En bij het minste pijntje wordt de veearts er bijgehaald.
Zou dit verschijnsel er dan niet op wijzen dat als wij (absolute) macht hebben over andere wezens, wij, zoals God, spontaan die macht willen gebruiken om goed te doen? En welke dierenvriend zal ontkennen dat dit goeddoen hem ook een voldaan gevoel geeft en hemzelf gelukkig maakt?
Maar, als dit zo zit, kan je dan ook niet besluiten dat mensen die niet goed zijn voor hun dieren, of ze zelfs mishandelen—want die zijn er ook—afwijken van wat mensen spontaan en normaal doen?

ZIEK
En is het dan ook niet zo—en nu ga ik nog een stap verder—dat als mensen hun macht gebruiken om anderen onrecht en pijn aan te doen, dat je dat dan rustig abnormaal en ziek mag noemen?
Dat wij in normale omstandigheden, als wij ons lichamelijk goed voelen en geestelijk gezond zijn, dat wij dan spontaan geneigd zijn om goed te doen aan anderen. Dat het diepste in ons niet anders wil.
In de geneeskunde beseft men allang dat ons lichaam er altijd naar streeft zichzelf te genezen. Gezondheid is het streefdoel van het lichaam zelf.
En wat medicatie doet is niets anders dan het genezingsproces dat het lichaam zelf nastreeft te vergemakkelijken. Door zoveel mogelijk hinderpalen voor dat genezend streven van het lichaam tegen te werken.
In het geestelijke leven lijkt dat ook zo te zijn.
Als wij volkomen vrij zouden zijn, zoals de grote heiligen, dan zouden wij helemaal gericht staan op het goede. Maar wij zijn niet volkomen vrij.
Wij zijn angstig. Wij kapselen ons in en de anderen worden bedreigend. Het worden concurrenten en vijanden.
Wij zijn onaffe wezens, wij hebben nood aan verlossing. Wij hebben nood aan de hulp en de leiding van Hem-die-liefde-is. Hij kan ons afhelpen van onze angst.
Alle mogelijke soorten angst. Angst overgehouden van nare ervaringen, of zelfs meegekregen van onze voorouders via onze genen bijvoorbeeld. Angst die dan zelf weer oorzaak is van onze bezitterigheid en ons egoïsme.
Terwijl, als wij helemaal vrij zouden zijn van al die ellende, wij helemaal gericht zouden zijn op het goede.
Wij zijn veel beter dan we zelf durven denken.

Echt leven
ma 31 juli '23

Zondag 16 juli 2023, 15de zondag door het jaar (jaar A)

Wij hebben ons leven niet zelf in de hand. Wij bepalen niet zelf het begin, niet de duur, niet het einde ervan. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche ziet het zo: de krachten die ons eens zullen vormen, zijn al eeuwen onderweg.
En gedurende al die tijd ondergaan ze de invloed van andere krachten.
Ze schakelen die uit of verbinden er zich mee, waardoor ze zelf gewijzigd worden. En dit gaat zo eindeloos door totdat ze op een keer samenkomen en wij ontstaan. Als volkomen unieke wezens.
Nooit in al de voorbije miljoenen jaren is er iemand geweest zoals ik, en nooit zal er iemand zijn volledig aan mij gelijk. Ik ben, ieder van u, is volslagen uniek.
Die gedachte kan ons aanvankelijk met een zekere trots vervullen. Maar ze maakt ook triest en eenzaam.
Zeker nu in onze dagen, zoals ebbe na vloed, de zee van het geloof zich teruggetrokken heeft, en op het strand alleen maar eilandjes en schelpjes achterblijven. Dit is een tijd van individualisme, de tijd van de selfmade-man.
Ik moet het allemaal zelf doen, niemand doet het in mijn plaats. Wij gaan moedig en zelfbewust aan de slag. Maar er hangt een onmiskenbare droefheid over ons individualisme. Wij zijn immers het resultaat van toevallige en blinde krachten die ons gevormd hebben. Er is geen God die ons gewild heeft en van ons houdt. Wij doen wel erg “zelfstanderig”, maar we kunnen niet anders meer, we ZIJN gewoon alleen. Of we dat nu willen of niet. Omdat God weg is.
En blijkbaar heeft dat toch niet de verhoopte blijheid en vreugde over onze wereld gebracht.
En dus hebben wij, volmaakt voorspelbaar, de cultuur van het genieten uitgevonden. Of beter de plicht om te genieten. En genieten doe je van de zon, van rijkelijk eten en drinken, van seks en van op reis gaan. De nieuwe catechismus heeft dat zo bepaald.
Bijzonder zeldzaam zijn de moedigen die nog durven zeggen dat ze eigenlijk liever thuis en in hun tuin blijven dan naar Mallorca te gaan.
En dat komt omdat die voorgeschreven soorten genietingen naadloos verbonden worden met gelukkig-zijn, met een geslaagd en gelukkig leven leiden. Genieten = gelukkig zijn.
En wie wil dat niet?
Vandaar ook dat opa op de foto’s bij zijn begrafenis bijna altijd getoond wordt met een glas champagne in de hand, een foto genomen op het trouwfeest van zijn dochter. Een unieke foto.
Want de man dronk in werkelijkheid oneindig veel liever gezellig koffie met z’n kinderen. Maar men wil niet meer tonen dat opa veel betekend heeft voor andere mensen. Alleen maar dat hij genoten heeft van het leven. En dat is toch wel echt een cultuuromslag.
Wij dreigen op die manier te miskennen dat een echt mensenleven ook nood en pijn en periodes van ongelukkig zijn inhoudt. Als je dat voortdurend wil wegduwen met allerlei genietingen, kom je terecht in een soort van drugswereld.
Het af en toe al eens wat minder goed hebben, een beetje ongelukkig zijn, of zelfs heel triest zijn, is niet per se een ramp. Het hoort fundamenteel bij onze menselijke conditie. Maar ook hier is het oppassen!
Het adembenemende bonte palet dat het christendom uitmaakt heeft ook neigingen, opvattingen en modes gekend waarin lijden, boete en verstervingen bijna verheerlijkt werden.
Wij zijn daar gelukkig vanaf. Wij geloven dat je de Schepper van het leven het best eert door dankbaar te zijn en ervan te genieten.
Maar we moeten nu oppassen dat wij het leven niet helemaal bedelven onder een sfeertje van opgeklopt genieten.
Het leven is een te kostbaar geschenk om het zo te bagatelliseren.

Gelukkig zijn en veilig
ma 31 juli '23

Zondag 9 juli 2023, 14de zondag door het jaar (jaar A)

Er zijn net zoveel verschillende wensen als er verschillende mensen zijn.
Ieder van ons heeft zo zijn eigen verlangens, verwachtingen en doelstellingen.
Maar met een beetje goede wil kunnen wij al die diverse wensen en verlangens zien als gericht op 2 grote doelen. Ieder van ons streeft naar een veilig en gelukkig bestaan. Maar onze wereld steekt niet zo in elkaar, dat gelukkig-zijn en veiligheid ons als een geboortegeschenk worden meegegeven. Mogelijkheden tot plezier en vreugde en extase zelf, zijn in de schepping met gulle hand rondgestrooid. Maar geluk en veiligheid zijn niet vanzelfsprekend voorhanden, niet automatisch voorgegeven. Ook als ons politiek systeem voorbeeldig is en onze politie voortreffelijk opgeleid en uitgerust, dan nog blijven er kansen genoeg voor het kwaad, bijvoorbeeld dat van de natuurrampen. En ook voor het kwaad dat wij elkaar aandoen: de kleine crimineel die mij in mijn eigen huis overhoopschiet, en de grote criminelen, politici en wapenhandelaars, die oorlogen ontketenen. M.a.w. absoluut veilig zijn we nooit.
En zo komen we bij: geluk. En hier wordt het natuurlijk helemaal moeilijk.
Want absolute veiligheid kunnen wij dan wel nooit bereiken, maar we kunnen er wel degelijk aan werken, onze bescherming altijd beter en verfijnder organiseren.
Wetenschappelijk onderzoek, financiële inspanningen en—wat oorlogen betreft—organisaties als de NATO kunnen ons voor veel onheil behoeden.
Maar, in ons streven naar geluk staan we zo goed als nergens wat betreft het organiseren ervan, omdat er geen enkele eensgezindheid bestaat over hoe je gelukkig-zijn kan bereiken. Zowat elke mens heeft daar een ander gedacht over. En zowat elke politieke, sociale, economische of religieuze doctrine heeft daar een eigen visie op. En zo ook de psychologisch sterk onderbouwde rubrieken in de “boekskes”.
Ieder heeft zo zijn eigen recept.
Ik moet daar vooral aan denken als er weer zo’n groots opgezet “geluks-onderzoek” geweest is. Waar wonen de gelukkigste mensen? Ondanks de wetenschappelijke air van zo’n onderzoeken, geloof ik er niets van.
Want als je dan gaat kijken naar de criteria, dan merk je al vlug dat gelukkig-zijn afgemeten wordt aan wat onze eigen neoliberale, welvarende en individualistische maatschappij als ideaal heeft. Een goed loon, goeie scholen in de omgeving, hoogwaardige geneeskunde binnen handbereik enz.
Maar volgens mij is dat “comfort” dat gelinkt is aan de welvaartstaat. Maar geluk is nog iets anders.
Je bent dan ook helemaal niet verwonderd dat de mensen in Finland volgens zo’n onderzoek de meest gelukkige mensen op onze wereldbol zijn. Ze zijn rijk en ik gun het hun graag.
Maar andere onderzoeken wijzen uit dat uitgerekend de Finnen de meest gesloten mensen ter wereld zijn. En dat lijkt me toch niet direct te matchen met gelukkig zijn.
En als we nu eens even de “boekskes”, Libelle, Dag Allemaal, Goed Gevoel, en ook de meer wetenschappelijke zoals Neos bijvoorbeeld, even laten voor wat ze zijn.
En ons terug eens focussen op wat Jezus ons te zeggen heeft. Want ook bij Jezus gaat het natuurlijk ook en zelfs meer dan bij gelijk wie anders, over zinvol leven, over het komen tot levensvervulling en geluk. Zelfs over een leven dat zodanig ontwikkeld en bevrijd is dat het eeuwigheidswaarde heeft. Het hele evangelie gaat over niets anders. Maar laten we ons vandaag gewoon beperken tot wat Jezus ons hier in de lezing vertelt. Neem maar die ene zin: “Leer van mij, ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. En Hij voegt eraan toe: “En gij zult rust vinden voor uw zielen”. Welnu dat laatste, rust vinden voor onze ziel, is volgens mij gewoon een ander woord voor gelukkig zijn.
Bijna alle ellende in ons leven komt in onze welvaartmaatschappij voort uit onze relaties met andere mensen. Wij hebben geen honger, wij kampen niet of zelden met natuurrampen en ook de oorlogen woeden ver van ons bed.
De bron van al onze ellende draait bijna altijd rond competitie, jaloezie, onrecht, woede, je tekortgedaan of afgeschreven voelen enz.
Je kan je in die strijd gooien en dan ben je de rest van je jaren bezig met het vergallen van het leven van jezelf en van de anderen.
Of je kan, wat Jezus zegt, “nederig van hart” worden en de focus buiten jezelf leggen.
Jezus preekt geen laffe onderdanigheid of kruiperigheid. Jezus noemt de machthebbers openlijk adderengebroed en witgekalkte graven. Maar Hij verliest zich niet in eindeloze gevechten met hen. Hij laat ze gewoon links liggen en focust zich helemaal op het goeddoen, op zich inzetten om mensen recht te trekken. Staar je niet ongelukkig op het venijn of het slecht karakter van anderen.
Negeer het en vraag Jezus je daarbij te helpen. En doe zelf wat goed is.
En je zal rust vinden voor je zielen. Je zal m.a.w. gelukkig zijn. Belofte van Jezus!

Een man uit één stuk
ma 31 juli '23

Zondag 2 juli 2023, 13de zondag door het jaar (jaar A)

Het is wel even schrikken als je dit stukje evangelie voor de kiezen krijgt: “Wie zijn vader of moeder meer bemint dan mij, is mij niet waardig” en “Wie zijn kruis niet opneemt en mij volgt, is mij niet waardig”.
Het zijn uitspraken die totaal niet overeenkomen met het beeld dat wij hebben over Jezus: de herder die het verloren schaapje liefdevol op zijn schouders neemt.
En die het doodsbange restje vrouw in bescherming neemt tegen de schuimbekkende zedeprekers die haar willen stenigen.
Was Jezus dan niet consistent? Was Hij dan geen man uit één stuk?
Ik moet nu ineens denken aan het merkwaardig pastoraal ideaal dat de priesters vroeger werd voorgehouden: “Streng op de preekstoel, maar mild in de biechtstoel”. Of, nog anders: staalhard en onvermurwbaar tegen de zonde maar vol begrip voor de zondaar.
Dat is heel mooi. Maar je doet Jezus wel zwaar onrecht als je Hem daardoor ziet als “een beetje wishy-washy”. Iemand van “een beetje van dit en een beetje van dat”.
Of vandaag zo en morgen weer anders.
Jezus was wel degelijk een man uit één stuk. Hij was opvallend radicaal én mild.

CONSISTENT
En toch was Hij consistent, een man uit één stuk.
Vorige week hoorde ik dat men, met volle inzet van Artificiële Intelligentie, een computer ontworpen heeft die het mogelijk maakt dat je alle mogelijke vragen en situaties aan Jezus kan voorleggen. “Wat vindt Jezus daarvan of is Hij daarmee akkoord, vindt Hij dat fijn of keurt Hij dat af? . . .” Dat hele computergedoe getuigt natuurlijk niet van groot respect voor Jezus en voor het geloof. Maar het is in ieder geval wel zo dat je zo’n computer alleen maar kan voeden als je een zeer duidelijk beeld hebt van een man, die uiterst consistent is. Waardoor zijn reactie op alle denkbeeldige vragen of toestanden volmaakt voorspelbaar is.
En die indruk, dat Jezus een duidelijke lijn volgt, krijg je niet als je het Evangelie alleen maar oppervlakkig leest. Want daar lees je hoe Jezus met zachte stem bezetenen bedaart en hen lief als lammeren maakt. Maar hoe Hij wat verder in woede ontsteekt en de geldwisselaars de tempel uit jaagt.
Je moet via studie en gebed al echt vertrouwd zijn met het evangelie en met de persoon van Jezus om te beseffen dat Hij een man was uit één stuk en dat zijn woorden en manieren van optreden, die soms wel tegenstrijdig lijken, wel degelijk voortkomen vanuit een diepere eenheid.

SEKTEN
Maar om dat te begrijpen, kan je wel wat hulp en inleiding gebruiken.
Aan de werken van Shakespeare begin je ook niet als je nog nooit iets over die persoon gehoord hebt en als je niets afweet over de cultuur, de maatschappij en de manier van vertellen in zijn tijd.
Vandaar dat de Kerk lange tijd de gewone mensen, die geen priester of niet geleerd waren, sterk afraadde of zelfs verbood om de Bijbel te lezen.
Niet, zoals tegenstanders beweerden, omdat daar dingen instonden die de mensen niet mochten weten, maar omdat dit teveel kans op verkeerd interpreteren meebracht.
En de Kerk heeft altijd bijzonder pijnlijke ervaringen gehad met allerlei sekten, die zich baseerden op domme interpretaties. Met gruwelijke gevolgen voor de mensen. Wij hebben de gewoonte aangenomen om diep afkeurend te spreken over het repressief optreden van de Kerk tegenover sekten in het verleden, maar vaak beseffen wij niet hoe misdadig die vaak waren.
Op dit moment ontdekt men weer volop massagraven van honderden, misschien wel duizenden mensen in Kenia, die “vrijwillig” de hongerdood stierven. “In Jezus’ name”. “Om vlugger bij Hem te zijn!” En daarom is de Kerk altijd heel alert geweest als het om sekten ging.
Tot daar deze korte uitweiding.
Jezus was een man uit één stuk. En die eenheid heeft alles te maken met het centrale begrip “liefde”. Voor Jezus is alles goed wat uit liefde gedaan wordt. En is alles verkeerd wat tegen de liefde ingaat.

KLAARHEID
Jezus is helemaal niet wishy-washy, Hij is integendeel helder als kristal. Liefde is de enige maatstaf. Het is juist die klaarheid die zo botst met de hedendaagse neiging om grenzen te laten vervagen, om de zaken altijd meer “flou” en onduidelijk te maken.
Om van iets goeds iets bedenkelijks te maken en om iets slecht te vergoelijken.
Dat kan niet voor het christelijk geloof. En omdat ons geloof wat dat betreft, zo compromisloos is, lijkt het soms tegenstrijdig in een tijd die ertoe neigt van alles een potje van te maken. Wat je in een bordeel gaat doen, wordt dan wel “faire l’amour” genoemd, maar er is niets dat minder met amour te maken heeft dan dat.
En zo heb je bijvoorbeeld ook het scherpe onderscheid dat het christendom blijft maken tussen martelaarschap en zelfmoord. Het ene is kiezen voor het leven, het andere kiezen voor de dood. Het ene, liefde voor het leven, het andere, afkeer van het leven.
Iemand die bij een ramp of in oorlogstijd zijn leven in de weegschaal werpt om de levens van anderen te redden, is heldhaftig. Een bedrijfsleider, die door eigen geknoei zijn bedrijf failliet ziet gaan en dan zelfmoord pleegt, is niet heroïsch, maar theatraal en laf.
Het klinkt hard, maar het is die klaarheid en consistentie die Jezus zo tekende en die wij in ere moeten blijven houden. Liefde is het criterium waaraan alles moet worden afgemeten. Jezus is geen Hitler of Poetin, die eisen dat je hen eerder gehoorzaamt dan je ouders. Jezus is het beeld van God en God = Liefde. Als je vader of je broer iets van je verlangt dat helemaal tegen de liefde ingaat, moet je kiezen voor de liefde.

Religie = verbinden
ma 31 juli '23

Zondag 25 juni 2023, 12de zondag door het jaar (jaar A)

Nog altijd krijg je als gelovige regelmatig de vraag op je bord: maar, als alle mensen die ooit gestorven zijn gewoon verder leven, dan moet het nu “hierboven” toch zo langzamerhand helemaal vol zitten? Het is een typisch voorbeeld van het dooreenhaspelen van wetenschap en theologie, en van het ene willen verklaren of ontkennen door het andere.
Tijd en ruimte zijn termen, begrippen, die nuttig zijn voor wetenschappelijk onderzoek. In de wereld van God hoeven die helemaal niet te spelen. Het kan best zijn dat alle mensen die ooit gestorven zijn kunnen plaatsnemen op het topje van mijn pink.
Ondanks de wat spottende toon van de vraag, moet je daar echter niet met een kwinkslag op antwoorden.
Want achter de schampere toon schuilt bijna altijd een reële bekommernis. Kan dat wel? Maken we ons niet iets wijs?
En zo’n vragen mag je natuurlijk nooit wegwimpelen. Want het zijn zowat de belangrijkste vragen over ons bestaan. Of er al dan niet leven is na de dood, maakt wel degelijk een verschil.

HALLUCINANT
Een andere veel gehoorde opwerping gaat dan niet over de vermeende beperking van de ruimte maar juist over de hallucinante uitgestrektheid van het heelal.
Wij weten dat onze aarde deel uitmaakt van een zonnestelsel. En dat er ontelbare zonnestelsels zijn in de Melkweg. En dat er miljarden dergelijke sterrenstelsels zijn in het oneindige heelal. En volgens sommige geleerden zijn er zelfs meerdere heelallen . . .
Kan het dan dat God, waarvan we aannemen dat Hij dat alles geschapen heeft en in stand houdt, dat die God in mij geïnteresseerd is, zich met mij bezighoudt, van mij houdt? Ik die in die kosmos nog minder ben dan het miljoenste deel van een zandkorrel aan het strand?
En hier zitten wij bij de echte bekommernis achter die vragen: kan dat nu echt dat die Oneindige God—als Hij er al is—in zijn adembenemende grootsheid en majesteit, met mij wil bezig zijn, mij wil koesteren en liefhebben?
En voor het antwoord hierop kan ik uiteraard niet terecht bij de wetenschap, maar alleen bij het geloof.
En dat geloof verzekert mij: zelfs de haren op mijn hoofd zijn geteld.
Dat zijn de woorden van Jezus zelf. Nog duidelijker kan het niet.
Zelfs de haren op je hoofd zijn geteld.
M.a.w. ik ben zodanig voorwerp van Gods liefdevolle aandacht als was ik het enige wezen in de kosmos, de enige mens in heel de geschiedenis.
En hier zie je nog eens heel duidelijk welk een onzin het is om gewone, beschrijvende, logische, wetenschappelijke taal en geloofstaal door elkaar te gooien. Wetenschap gaat over opvattingen die proefondervindelijk getest kunnen worden.
En daarmee is alles gezegd. De liefde die God voor ons heeft, kan niet “proefondervindelijk getest worden”, en de gewone taal is ontoereikend om iets over Hem te zeggen.

LEVENSVERVULLING
Hier kunnen alleen het geloof zelf en de geloofstaal ons te hulp komen.
En die hulp is meer dan nodig. Niet alleen om verklaringen te geven, maar ook om oplossingen aan te reiken voor nieuwe problemen.
Immers, het huidige superindividualisme, het ‘als ik het maar goed heb’, maakt mensen ziek. Mensen zijn steeds minder verbonden, steeds meer alleen. Ze lopen steeds meer gevaar om depressief en zelfs wanhopig te worden.
In Lubbeek is men volop bezig met het kloostercomplex af te breken en in de plaats daarvan komen ruime gebouwen voor psychiatrische behandeling. Sterke symboliek is dat.
Waar de religie zich terugtrekt, verdwijnt ook de sterke verbindingskracht ervan. En daar hebben mensen enorm veel nood aan. Gebrek eraan maakt ziek. Vooral in de kinderjaren hebben wij nood aan een warme hechting. Op de eerste plaats haal je die natuurlijk uit een warm gezin.
Maar steeds meer onderzoeken wijzen uit dat religie een zeer belangrijke rol daarin speelt. En dat jongeren die de liefde van God ontdekken, precies daarin een sterke basis vinden voor zingeving en zelfaanvaarding.
Misschien een goede tip voor leerkrachten godsdienst: spreek met de kinderen vandaag wat minder over “de christelijke waarden”, een concept dat leeg en inhoudsloos geworden is en bijna altijd de totale afwezigheid van echt geloof moet verbergen. En spreek met hen terug meer over de liefde van God en over wat Jezus in je persoonlijk leven kan betekenen.
Het gaat om verbinding, warmte, zin en levensvervulling. En daar kan ons geloof een zeer belangrijke rol in spelen. Niet als een opdringerige ideologie, maar als een aanbod dat mensen wil helpen en veel voor hen kan betekenen.

Pagina's